Na een paar weken Frankrijk ben ik via de Jura naar Duitsland gereden.
Vroeger heb ik daar met m’n ouders en broertje gekampeerd en hoewel ik er toen geen oog voor had, ontdekte ik nu de schoonheid van het Zwarte Woud en de Bodensee.
Opvallend dat elk land toch weer z’n eigen landschappen heeft. Waar Frankrijk vaak ruig en bergachtig oogt, was het hier weer heel lieflijk en glooiend.
Alhoewel dat lieflijke er een beetje af was bij de Bodensee. Wat een drukte daar zeg! Er was geen plekje meer te vinden, dus toen heb ik uit armoede maar een parkeerplaats opgezocht samen met nog wat andere campers, maar zo zou ik toch niet altijd willen camperen hoor.
‘s Morgens om 9 uur komen pa en moe met de kinders uit de auto rollen op diezelfde parkeerplaats, komen de luchtbedden, voetballen en verdere strandbenodigdheden tevoorschijn en is in no time de parkeerplaats overvol. En daar sta jij dan tussen met je camper. Nee, dat was geen prettige plek.
Dus toen maar de bergen in en daar was het uitzicht op de Bodensee zo mooi dat ik er een paar dagen gebleven ben. Ook om de voetbalwedstrijden te kunnen zien, want ik ontdekte dat ik op m’n navigatiesysteem ook tv kan kijken, dus gelukkig heb ik Nederland kunnen zien winnen.
En waar je in Frankrijk moest zoeken naar een vlaggetje, rijden ze hier in Duitsland bijna allemaal met opgetuigde auto’s. Het kan niet op: vlaggetjes uit het raam, buitenspiegels, portieren en motorkappen bekleed met de Duitse vlag. Ik ben benieuwd hoe dat er in Holland uit ziet.
En nu sta ik op een camperplaats in de buurt van Heidelberg.
Na Heidelberg ben ik richting Wertheim gereden.
Daar stonden ooit 2 mannen met witte vlaggen te zwaaien en zo voorkwamen ze dat de stad werd gebombardeerd.
In Dresden was daar geen beginnen meer aan: daar gooiden de Amerikanen een paar bommen op, zodat 35000 mensen het niet meer na kunnen vertellen.
Maar ziedaar de veerkracht van de overlevenden: steen voor steen hebben ze Dresden weer opgebouwd en in originele staat teruggebracht. En met een prachtig resultaat. Zodra je de stad binnenrijdt, lijkt het alsof je 300 jaar teruggaat in de tijd. Geen winkelcentra of ander overbodig gedoe.
Alleen de historie telt hier.
En ondanks dat er veel vernielingen zijn aangericht, heeft men wonderbaarlijk genoeg veel kunstschatten weten te bewaren.
Dingen die een mens niet mee kan nemen na z’n dood en waar wij nu onze ogen bij uitkijken.
Toen Berlijn. Fascinerend. Maar het meest was ik onder de indruk van het Holocaust monument. Het geeft zo goed weer hoe uitzichtloos het leven voor de Joden is geweest destijds.
Maar Berlijn is ook swingend. Veel jonge mensen zie je er en de stad is na de Wende nog steeds in renovatie.
Ik had voor 2 dagen een zogenaamde ‘Walking Tour‘ geboekt en dat heb ik geweten! Kilometers heb ik gelopen, maar het was absoluut de moeite waard.
Je kunt je tijdens een dergelijke tour heel goed voorstellen hoe moeilijk het voor de Berlijners is geweest al die jaren dat de muur Oost en West gescheiden hield.
En dat terwijl het in de 20er jaren een ‘place to be’ moet zijn geweest.
Maar in de tijd dat de Stasi daar de dienst uitmaakte zeker niet. Op mijn vraag aan de gids wat er met de Stasi’s is gebeurd na de Wende zei hij dat het verhaal gaat dat ze taxichauffeur zijn geworden vanwege hun goede kennis van de stad….
Tja, de historie. Ook heel goed te vinden in Potsdam.
Schitterende tuinen, paleizen en een hele straat Hollandse huisjes. Gesponsord door ons Koningshuis en daardoor weer helemaal in oude staat teruggebracht.
Sachsenhausen: indrukwekkend maar tegelijkertijd een afschuwelijke plek. Wat een verdriet en pijn liggen daar.
Toen ik er even op een bankje zat zag ik een vrouw bezig lege plastic flessen uit de vuilnisbak te halen. Hier in Duitsland zit daar namelijk ook statiegeld op. Niet in verhouding met wat ik net gezien had, maar toch weer klein leed.
Daarna maar weer snel de natuur in en aan de Oostzee alle geschiedenis m’n hoofd uit laten blazen. Het is de tweede keer dat ik op de eilanden Rugen en Usedom ben en weer geniet ik van de mooie natuur hier.
Schone stranden, leuke dorpjes, gezellige boulevards en op elke hoek van de straat een ijssalon. Ik wist niet dat de Duitsers zo gek op ijs zijn.
En natuurlijk hebben zij en ik getreurd over het feit dat Nederland de finale niet heeft gehaald. De meeste Duitsers die ik heb gesproken vonden het heel jammer dat de “Traumfinale” niet doorging. Maar gelukkig is het al met al toch geen ‘traumafinale’ voor ons geworden.
Deze maand blijf ik nog een beetje aan de Oostzee zwerven, daarna weer terug naar Holland.