Na 14 dagen in dit land te zijn, heb ik er eigenlijk geen woorden voor hoe onbeschrijflijk mooi het hier is.
De eerste paar dagen in Sydney waren al fantastisch. Een Zuid-Europese sfeer, maar toch ook heel Engels. Ook met veel Chinese invloeden.
Veel Chinezen zijn na de goldrush namelijk hier gebleven en hebben een eigen wijk in Sydney waar het goed toeven en eten is.
Na de drukte van de stad was het heerlijk bijkomen in de botanische tuinen. Een serene plek met prachtige bloemen en veel vogels.
En na zo´n dag is het toch wel heel lekker om even verwend te worden in een hotel. Met na een vlucht van 20 uur eindelijk een nacht goed slapen, een ontbijt met alles erop en eraan. Ook weer heel Engels. Niet echt aan mij besteed, maar een roereitje gaat er altijd wel in.
Het is erg heet, dus mooi weer voor een ritje met ferry en bus naar Bondi beach. Een strand waar je ziet en gezien wilt worden, maar ook hier weer een geweldige sfeer en azuurblauw water. En een prachtig kilometerslang wandelpad langs de kust.
Na 3 drie dagen Sydney-sightseeing met natuurlijk het Operagebouw en de Harbour bridge, veel kilometers lopen en veel indrukken is het eindelijk zover! Ik ga de camper ophalen. En het is echt peentjes zweten in het begin hoor. Alles is anders: links rijden, veel verkeersborden, Sydney proberen uit te komen en tussendoor nog boodschappen doen en aan de Australische dollars wennen. En voor een rekenwonder als ik, was dat nog het ingewikkeldste deel.
Een enerverende dag, maar de eerste camping was meteen raak: Alles erop en eraan en bovendien ook nog prachtig weer, dus ik was de volgende dag weer helemaal in m´n element.
Het voelde alsof ik met m´n eigen camper op stap was.
De camping ligt midden in de bush en heeft uitgezette wandelingen waar ik er meteen eentje van maak. En ik geniet van de mooie vogelgeluiden om me heen. Wat een rust na dat drukke Sydney.
De volgende dag nog een wandeling door de bush, maar dan in Katoomba, een stadje 11 kilometer verderop. Ik maak daar een wandeling die me via vele trappen en prachtige uitzichtpunten naar een plateau brengt waar ik een schitterend vergezicht heb op de Blue Mountains.
De vele Eucalyptusbomen daar geven namelijk een bepaalde stof af, die onder invloed van de zon een blauwe gloed over het bos geeft. Wonderbaarlijk mooi!
En dan de volgende dag weer verder. Ik hoopte kangoeroes te zien en die zag ik ook, maar dan platgereden. Gemiddeld om de 7 kilometer lag er eentje dood langs de weg. Triest hoor en het zijn overigens enorme beesten. Die moet je niet voor je auto krijgen.
Weer verder, nu langs de kust met zulke ongelooflijk paradijselijke stranden en vergezichten. Het is niet uit te leggen hoe mooi het onderweg is.
Ik eindig vandaag in Jervis bay met een baai die zo in de STER-reclame kan! En dan die strakblauwe lucht erboven.
De avonden breng ik vaak door in het gezelschap van medekampeerders. Iedereen is erg geïnteresseerd en vraagt honderduit. Nodigt je uit voor een borrel of een kop koffie en ik heb nog nooit zo´n voorkomend en vriendelijk volk meegemaakt.
En dan te bedenken dat de Engelsen hun landlopers en misdadigers vroeger naar deze kolonie stuurden. Is het toch helemaal goed gekomen met hun nageslacht!
´s Avonds voor de camper is het nog zo lekker. Ik sta aan een meer, er brandt een kampvuur en er is muziek. Temperaturen van boven de 20 graden en geen last van muggen want ik slik al een maand vitamine B en hier heb ik Deet 80 procent gekocht dat in Nederland verboden is, want het is uiterst giftig. Maar het helpt! De muggen vallen haast dood naast me neer.
Na de toeristische stranden wordt het tijd voor de natuur. Ik rijd weg van Bermagui na eerst koffie te hebben gedronken bij een Australisch echtpaar. Hun adres had ik voor ik wegging al van Anneroos, een vriendin van me, gekregen en het was toch zo´n hartelijk welkom! Alsof ik de mensen al jaren kende! De heer des huizes maakte meteen Engelse scones en ik vond ze zo heerlijk dat ze me maar meteen het recept hebben meegegeven.
Na de koffie dus echt op weg via de Snowy Mountains, een bergpas die in de maanden juni, juli en augustus vol sneeuw ligt. Ongelooflijk dat dat hier de wintermaanden zijn.
Ik rijd door mooie dorpjes waar de tijd heeft stilgestaan en die zo in een film uit de jaren 50 kunnen. In Jindabyne rij ik een schilderij binnen. Wat een uitzicht over dat mooie meer.
M´n einddoel van vandaag is het resort in Mt. Kosciuszko.
Het is een desolaat gebied waar in 2003 veel bosbanden zijn geweest en dat kun je zelfs nu nog goed zien.
De Aboriginals, de oorspronkelijke bevolking van Australië, zijn hier ooit doorheen getrokken en vonden het een spirituele plek waar veel geneeskrachtige kruiden groeien.
Erg mooi om te wandelen, veel klimwerk, maar schitterende vergezichten, onderbroken door af en toe een skilift want dit is hèt skigebied van Australië.
De volgende dag een ritje in de skilift in Thredbo, ook een wintersportplaats waar je tot 2200 meter kunt wandelen. Ik haal vandaag maar de 1800 meter, maar ook mooi hoor.
Dan m´n eerste ervaring van kamperen in een zgn. National Park. Midden in de wildernis met kangoeroes in m´n voor- en achtertuin. Geweldig! Wel oppassen voor slangen, maar ik heb ze niet gezien.
En vandaag heb ik de voor mij mooiste rit totnogtoe gemaakt. Na de Alpine Highway, een smalle bergweg, reed ik de staat Victoria binnen. Een dor en droog gebied, maar op de een of andere manier toch fascinerend, daarna langs een ongelooflijk blauw meer, Lake Hume. En niet even, nee kilometers lang mooie vergezichten.
Nogmaals, het is niet uit te leggen hoeveel schoonheid ik de afgelopen 2 weken heb gezien. Om nog maar niet te spreken van de prachtig gekleurde vogels en de daarbij behorende geluiden. Al met al dus een geweldige eerste indruk van dit land en vooral van de vriendelijke bevolking.
In de 4 weken dat ik hier nu ben heb ik zegge en schrijven 1 regenbui gehad. En voor de rest, hitte, woestijnhitte, frisse dagen en heerlijk koele nachten. Heel afwisselend dus en op één dag kan het zo maar gebeuren dat het ´s ochtends 38 graden is en ´s middags 15.
Maar gelukkig ben ik dat in Holland wel gewend en ook tegen de hitte blijk ik heel goed te kunnen.
Vanaf Bright, een leuk stadje met een beetje een Franse sfeer ben ik via een prachtige weg gereden. Met uitzichten over de Alpen, die hier al een paar miljoen jaar liggen en waarover ik las dat het vroeger een deel van Antarctica is geweest, maar door erosie is destijds de hele boel hier uit elkaar geklapt.
Weer verder door een landschap met mistflarden in de bergen en alles van een soort blauw dat je alleen tegenkomt in de ogen van filmdiva´s.
Overal ook skistations, nu natuurlijk uitgestorven, maar wel een heel mooi gebied om te wandelen.
Verder op deze weg zou je denken dat je in Italië was aanbeland. Veel overeenkomsten, met van die glooiende hellingen en ook wat vee. Waar die het eten vandaan halen mag Joost weten, maar ze staan er wel en ze zien er nog goed uit ook!
Onderweg ook nog wat gesprekjes met fietsers die met volle bepakking langs de parkeerplaats fietsten en natuurlijk ging toen m´n hart weer even open.
´s Morgens vertrek ik vroeg, 10 uur ben ik al weg, en dat moet ook, want best lange dagen. Ook al is het maar 200 km, je doet er toch de hele dag over.
Ik stap ook veel uit, reis heel relaxed met koffiestops op mooie plekjes. Niet teveel op 1 dag is mijn ervaring.
De volgende dag stond ik op een camping aan een rivier waarlangs een mooi wandelpad loopt en waar veel Australiërs joggen en met of zonder hond aan de wandel zijn. Ik krijg de indruk dat ze heel sportief zijn. Maar ja, wat wil je met altijd mooi weer. Alles gebeurt lekker buiten.
Langs die rivier gelopen dus en opeens hoorde ik piepen, roepen, keek omhoog, hing er een hele vleermuiskolonie boven m´n hoofd in de bomen. Prachtig gezicht!
Ook in datzelfde stadje stond er een mooie kerk met prachtige plafondschilderingen.
Ik las dat daar destijds een Italiaanse immigrant op zoek was naar werk, de pastoor om werk vroeg en die zei tegen ´m: ik heb nog wel een klusje voor je, ga de kerk maar decoreren.
Nou, dat heeft-ie gedaan met een schitterend resultaat. Op 15 meter hoogte wiebelend al die honderden engelen schilderen. Ik geef het je te doen. Om onsterfelijk te blijven heeft hij zichzelf natuurlijk ook afgebeeld.
De weg naar Wilsons Promontory Park was lang en toen begreep ik wat ze bedoelen met die ellenlange Australische wegen. De navigatie geeft dan aan dat er over 190 km weer een rotonde is, dus het is sturen en stilzitten. En ik heb ook nog een automaat, dus echt helemaal niks te doen. Slaapverwekkend, dus oppassen. En niet alleen voor overstekende kangoeroe´s ook voor dikke takken op de weg, die behoorlijk wat schade kunnen aanbrengen.
Maar de beloning na die lange weg was een uitzicht zoals ik nog nooit heb gezien. Als het paradijs net zo mooi is, nou laat mij dan nog maar 200 jaar leven en dan hier, want het was echt van een ongelooflijke schoonheid.
Ook daar weer veel wandelingen gemaakt, niet alleen langs het ´bounty´strand maar ook door een tropisch woud dat direct achter het strand ligt en vanwaar je via een heuveltop een prachtig uitzicht hebt over een rivier die heel traag kronkelend via het strand uitmondt in zee.
Op het strand trouwens een bijzondere ervaring. Het zand knispert net zo onder je schoenen als het geluid van een wandeling door de sneeuw. Heel bijzonder. En dat niet alleen, het is zo spierwit dat je er niet zonder zonnebril naar kunt kijken.
De volgende dag naar Phillips Island. Daar zouden ´s avonds pinguïns´s vanuit de zee het strand oplopen en ik dacht dat dat met honderden tegelijk zou gebeuren, maar als het er 20 waren was het veel. Heel commercieel dus, maar uiteindelijk toch wel leuk als je ze vanaf het strand naast het plankier ziet waggelen en uiteindelijk bedacht ik: wie kijkt er nou naar wie?
Toen naar Melbourne. Geweldige stad! Heel Europees, maar toch ook weer heel nieuw.
Melbourne staat bekend om z´n Bourgondische karakter dus ik voelde me meteen thuis.
Prachtig station ook waar men onder de klokken een vaste afspraakplek heeft.
Het was woestijnheet die dag. Dus ik zocht verkoeling in de Botanische tuinen. Mooi aangelegd met gewassen uit verschillenden werelddelen. In de lente moet het er helemaal mooi zijn, maar nu zeker ook. Hele mooie rustige sfeer daar.
Daarna naar de Southbank. Het was die dag Chinees Nieuwjaar, dus feest. Met Zuid-Amerikaanse muziek, barbecue, dansende en feestende mensen. Kortom een sfeer die het karakter van de Australiër weergeeft: relaxed, vrolijk en gemakkelijk in de omgang.
Men betrekt je ook overal bij. Als je even zit begint men meteen een praatje, vraagt waar je vandaan komt en iedereen heeft wel een voorouder die uit Europa komt.
Ik ben in Melbourne ook nog nooit zo vaak naar de Mc Donalds geweest als daar. Ik bleef drinken met die hitte en bij de Mac hebben ze heerlijke mango-ananas smoothies, dus ik heb me daar vaak aan gelaafd. En over dorst gesproken: er stond daar een man verkleed als Koekiemonster de hele dag doedelzak te spelen. Ongelooflijk met die hitte. En hij ging maar door. Ik heb er met verbijstering naar zitten kijken.
En in Melbourne heb ik me ook verbaasd over de grote winkelcentra daar. In één ervan bevinden zich alleen maar eettentjes. Van Turks tot Indiaas, Japans, noem het allemaal maar op. En daarachter was een enorme gokhal waar op zondagmiddag de alleenstaande oudere dametjes hun vermaak hebben met de eenarmige bandiet. Rij aan rij zaten ze daar en een herrie! Jengelende machines, jengelende kinderen, een kakofonie van geluid, maar wel speciaal om te zien.
Toen richting The Great Ocean Road. Onderweg had ik al gehoord dat dit een niet te missen attractie was en het was net zo mooi als op de plaatjes in de reisgidsen.
Vooral de 12 Apostles, rotsen midden in zee, die door het beuken van de golven ooit zullen verdwijnen, maar nu zo prachtig in de branding liggen.
En op diezelfde Great Ocean Road, die overigens is aangelegd door soldaten die uit de 1e Wereldoorlog terug kwamen, geen werk hadden en toen als werkverschaffing de gelegenheid kregen deze weg aan te leggen. Met pikhouwelen en stenen als gereedschap. Kwamen ze net uit die oorlog terug, kregen ze dit. Maar we hebben er wel een mooie weg aan overgehouden.
En op die weg kwam ook weer de natuur om de hoek kijken in de vorm van vogels en andere beesten.
De King Parrot kom je hier overal tegen met z´n prachtige kleuren, maar ik had gehoord dat er ook koala´s in de bomen zouden hangen en dat was ook zo. Zelfs een moeder met baby. Echt schattig. Maar wat zijn het luie beesten zeg. Niet vooruit te branden met hele langzame bewegingen en je ziet ze bijna niet, want ze hebben dezelfde kleur als de boom waar ze de hele dag in liggen te slapen.
Verder via de Great Ocean Road dus en die hele mooie lange weg alleen maar prachtige vergezichten en rotsen in zee. Ik kan me voorstellen dat hier heel wat schepen voor de kust zijn vergaan en van één ervan zijn maar 2 mensen levend aan land gespoeld, een arme matroos en een rijk meisje. En van alle spullen die aan boord waren is er 1 stuk porselein onbeschadigd mee aangespoeld. Een prachtige grote pauw van porselein. Ongelooflijk dat die heel gebleven is.
Op 1 van m´n wandelingetjes op het strand liet ik m´n fototoestel in het zand vallen. O wat vond ik dat erg zeg. Hij maakt zulke mooie foto´s en nu is-ie ter ziele. Morgen dus maar een nieuwe. Maar of de foto´s net zo mooi zullen zijn is nog maar de vraag.
Na The Great Ocean Road ben ik weer de bergen in gereden en heb ik overnacht in Halls Gap, waar juist in dat weekend een jazzfestival gaande was. Erg gezellig en goede sfeer.
De volgende dag natuurlijk helemaal brak, maar toch maar een pittige wandeling gemaakt naar the Pinnacle, een van de hoogste bergen in dat gebied en wat viel dat tegen zeg! Klauterend over grote keien en stenen en flink stijgen. Maar het uitzicht was fenomenaal!
Daar sprak ik Zwitsers die ook 3 maanden onderweg zijn en we hadden hetzelfde gevoel over Australië. Het is een land dat je pakt en waar je altijd zou willen blijven. Zo relaxed en paradijselijk mooi. Zelfs de foto's benaderen niet de schoonheid die ik in werkelijkheid heb gezien. De natuur is zo prachtig en ook op de campings word je constant omringd door zgn. wildlife: vogels, kangoeroe's, wombats. En vooral het geluid van die vele kleurrijke vogels is zo mooi. Het gaat de hele dag door en verveelt nooit.
Wat ook nooit verveelt zijn de vele uitnodigingen de ik krijg om een borrel te komen drinken of te komen eten. Zit ik even bij de camper, komt er altijd wel één van de Australische buren vragen of ik zin heb in een wijntje. Ja en daar zeg ik geen nee tegen, jullie kennen me!
Weer verder door een gortdroog gebied richting Mount Gambier. En wat ik daar heb gezien gaat al je voorstellingsvermogen te boven: een meer met een kleur blauw zo mooi, het is niet te beschrijven en ook niet te fotograferen. Een natuurfenomeen dat alleen te zien is in de zomer, 's winters is het grauw en grijs. Echt prachtig. En dat maakt Australië nou zo mooi. Rijd je soms kilometers door een droge vlakte en dan ineens kom je zo'n oase tegen.
Om op tijd de camper in te kunnen leveren, reed ik weer langs de kust met mooie plaatsjes zoals Robe en Kingston. In deze laatste stad zag ik een zeehond op het strand die er niet zo uitzag als de dandy's van Lenie. Nee deze was behaard, bruin, groot en helaas stervende. Maar eigenlijk was het wel mooi om te zien hoe dat beest zich overgaf aan de natuur. Hij lag daar heel rustig op het strand en wachtte maar af wat er met hem ging gebeuren. Als laatste groet kreeg ik een omhoog gestoken poot. Mooi en ontroerend om te zien.
Weer verder dus naar Adelaide waar ik onderweg even stopte in Hahndorf. Een voormalige Duitse enclave en nog steeds helemaal Duits. Grote glazen bier, bratwurst, koekoeksklokken. Een hele andere wereld dus. En natuurlijk een enorme toeristische trekpleister, want zo heel anders dan Australië. Ook in Adelaide even op bezoek bij kennissen van kennissen. Zij hebben al tienduizenden kilometers afgelegd in Australie en verbleven regelmatig in the Outback met hun 4WD camper, uitgerust met lieren, zonnepanelen, uitgebreide communicatie apparatuur en natuurlijk geheel selfsupporting. Dagenlang kwamen ze niemand tegen, reden via onbegaanbare wegen op een manier alsof je een karretje op de maan zag rijden en zaten vast in de modder of in het zand. Ja dan ben je echt met een avontuur bezig en ik hing aan hun lippen natuurlijk!
Fijne mensen die erop stonden dat ik bleef eten en slapen en ik heb een fantastische avond gehad.
Adelaide dus. Mooie stad ook weer en weer heel anders dan Sydney of Melbourne. Ook hier gebeurt weer van alles op straat met veel artiesten en muziek.
Ja en dan ga ik woensdag aan en nog avontuurlijker gedeelte van m'n reis beginnen, want dan vertrek ik vanuit Alice Springs met een internationale groep in een 4WD Landrover naar the Outback.
Een ruig en woest gedeelte van Australie. Even niet zelf rijden dus. Geen comfort, slapen in de open lucht onder de sterren en eten bij een kampvuur. Maar dat alles maakt vast dat het weer een fantastisch avontuur wordt!
Als er ooit een moment is geweest dat ik me dicht bij de natuur heb gevoeld, dan was het deze reis naar the Outback wel.
Wat een onvergetelijke ervaring!
Niet alleen het reizen met een stoere landrover en via stoffige wegen midden in de bush aankomen, maar ook het totaal van de buitenwereld afgesloten zijn, het koken op zelf gesprokkeld hout, het slapen onder de sterren in alleen maar een swag, een soort luchtbed maar dan in de vorm van een slaapzak, en het ´s nachts wakker worden in totale stilte met een sterrenhemel die ik nog nooit zó heb zien flonkeren, heeft me veel geleerd.
Dit was echt back to basic en ik kan het iedereen aanraden om dit eens in je leven te beleven.
En niet alleen de nachten waren mooi, ook overdag was het weer een en al schoonheid wat ik heb gezien. Wandelingen van een paar uur waarin klimmen en dalen de boventoon voerden en waarin ik de meest onwaarschijnlijke kleuren heb gezien.
Van okergeel naar rood tot donkerpaars en van robijnrood tot zachtroze.
De zonsondergang bij de Uluru rock, een rotsformatie van zo´n 300 meter hoog, was natuurlijk prachtig. Het is een belangrijke religieuze plek voor de Aboriginals.
En hoewel deze rots heel indrukwekkend is, vond ik de Olga´s, die daar niet zo ver vandaan liggen, eigenlijk veel mooier. De lichtinval op deze rots is prachtig en kleurt van rood naar okergeel. Maar ook Kings Valley met daarin de Garden of Eden, de naam zegt eigenlijk al genoeg, vond ik een hele spirituele plek.
Als gids hadden we een stoere meid die echt alles kon: rijden in die grote truck, koken, organiseren en ze wist ook nog eens alles van de natuur.
Ze vertelde me dat ze wel een maand in dit onherbergzame landschap kan overleven door slangen en hagedissen te eten en zoveel kennis van planten heeft dat ze kan onderscheiden welke giftig zijn en eetbaar. En dan was het nog eens een mooie meid ook. Ze had dus alles mee!
Op de plek waar we sliepen zwierf ook een dingo, een wilde hond, rond. Die hebben nogal eens de neiging om ´s nachts te komen rondkijken of er nog iets te halen valt en´s morgens ontdekte ik dat m´n zaklantaarn die ik naast de swag had gelegd, verdwenen was. Die nacht heeft hij dus blijkbaar een leuk speeltje gevonden…niks van gemerkt overigens.
Op een van de plekken waar we langsreden om de volgende wandeling te maken was er even een sanitaire stop en toen ik de deur van de wc opendeed zat er al prinsheerlijk een enorme spin op de toiletpot. Eentje die niet geheel ongevaarlijk bleek te zijn. Maar ik ben er nog, zoals jullie zien!
De cultuur van de Aboriginals heeft me veel geleerd. 60000 jaar hebben zij in balans geleefd met de natuur en toen kwamen de blanken. Die het veel beter wisten. Dacht men.
Maar na me verdiept te hebben in de historie van de oorspronkelijke bevolking van Australië lijkt het alsof het zich allemaal tegen ons heeft gekeerd. De Aboriginals die ik heb gezien in Alice Springs leiden een leven als een zwerver. Verkopen af en toe wat kunst, maar al met al is het een behoeftig volk geworden en heb ik er een gemengd gevoel aan overgehouden hoe men met dit volk is omgegaan.
Men had zoveel kennis van de natuur, waren zo selfsupporting, waren in totale balans met alles waar ze mee leefden. Triest dat dit alles in 200 jaar zo veranderen kon.
Maar ja, vooruitgang hou je niet tegen, anders had ik dit verhaaltje niet aan jullie kunnen schrijven.
Nu ben ik weer in Sydney, had weer een fantastische zaterdagavond met overal live muziek op de terrassen bij het Opera House en nog steeds prachtig zomerweer.
Inmiddels op m´n vertrouwde stekkie in Sydney het weekend doorgebracht en de maandag daarop opnieuw een camper opgehaald bij het depot. Onderweg ernaartoe had ik bijna verkering met een Chinese taxichauffeur. Die zat me toch een partij te flirten toen hij hoorde dat ik alleen reisde. Hij wilde zelfs met me naar China als gids. Nou, daar moest ik toch wel even over nadenken hoor…
Inmiddels was het rijden in de camper een gespeelde wedstrijd voor me en kon ik nu genieten van de reis en de omgeving.
Op de eerste camping in Narrabeen ben ik 2 dagen gebleven omdat m´n ziel me even moest inhalen. Zoveel mooie indrukken te verwerken van the Outback. Dus even de rust genomen om alles te laten bezinken. Maar de volgende dag begon het toch weer te kriebelen en ben ik via de kust naar The Entrance gereden, waar elke dag om half 4 pelikanen worden gevoerd. Wat een mooi gezicht was dat! De brutaalsten zaten om 3 uur al klaar en de verlegen types kwamen, toen de vis werd opgediend, toch ook maar aanschuiven. En daarna voerden de moeders de jonkies door hun gevulde mondzak aan de jonkies aan te bieden, waardoor die ook lekker konden smullen. Zelf deed ik me daar tegoed aan de Fish and Chips, inmiddels m´n favoriete middagmaal. Zo heerlijk hier.
De volgende dag via de mooie Hunter Valley. Het Australische wijngebied waar men de heerlijkste wijnen verkoopt. Wijnen die, wat mij betreft, met kop en schouders boven die in Frankrijk uitsteken. AH verkoopt de Lindemans wijnen hoorde ik, dus mensen doe er je voordeel mee!
Weer verder langs de kust. En op de camping in Coffs Harbour kwam ik mensen tegen die met me meegereisd waren in the Outback. Zelfs in Australië is de wereld klein..
De volgende dag via het hippiestadje Nimbim gereden. Hier werd in 1973 het hippiefestival gehouden en er is sindsdien niets veranderd. Ik was weer helemaal terug in m´n jeugd. De kleding, de muziek, de hippies die daar nog steeds rondlopen, 40 jaar ouder, dat wel natuurlijk, en ook de weed werd er nog steeds verkocht uiteraard. Ik heb me er nooit aan gewaagd, maar ik zag heel wat jonge mensen lekker relaxed op het gras liggen. Those were the days….
En daarna naar m´n vrienden Wim en Kathy in Springbrook. Toen ik bij hun huis aankwam viel m´n mond open van verbazing. Wat een villa!
Ik kreeg daar een eigen appartement en ik heb er natuurlijk genoten! De zon ´s morgens zien opkomen vanuit je slaapkamer, het gezang horen van al die vogels in het nabijgelegen natuurgebied.
Ik heb daar een paar dagen op hun hond, huis en kippen mogen passen omdat zij wegens vervelende omstandigheden een paar dagen weg moesten. En natuurlijk mocht ik ook gebruik maken van hun tuin vol mango´s, avocado´s en passievruchten. Ik voelde me als Eva in het paradijs en gelukkig zat de slang goed verborgen in het kippenhok. Hij woont daarbij in, maar ik heb ´m gelukkig niet gezien!
Met Wim en Kathy heb ik ook een paar mooie tochten in de omgeving van Springbrook gemaakt en zaten we op zaterdagavond met honderden anderen aan het strand. Iedereen zat daar te picknicken, glaasje wijn erbij, waren aan het surfen of zaten gewoon lekker te kletsen. Wat een land!
De dagen in hun huis werden afgesloten met een heerlijke barbecue want dat hoort erbij in Australië. Op zondagmiddag is het heel gewoon met kroost en koelbox naar het park te gaan. De kinderen vermaken zich in het speeltuintje, pa gooit wat dollars in de daar aanwezige barbecue en ma zit op de picknickbank met een wijntje te genieten.
Hele families vermaken zich, opa en oma schuiven ook soms aan en niemand jengelt, zeurt of maakt ruzie. Na afloop wordt de bbq schoongemaakt, alle restjes gaan mee terug in de tupperware, nog een ijsje toe bij de lokale cheese en icecreammaker en iedereen gaat weer voldaan naar huis. Heerlijk volk!
En zoals iedereen weet: visite en vis blijven maar drie dagen fris, dus zodoende ben ik na het fantastische verblijf in Springbrook weer verder gereden via het achterland van de Sunshine Cost, het zogenaamde Hinterland.
En ik waande me daar in Zwitserland. Prachtig groen en fris, mooie valleien en groene weiden. Echt een prachtig gebied waar veel verscheidenheid in natuur is. ´s Morgens wandelde ik al om 7 uur in het rainforest, hoorde en zag prachtige vogels en ´s middags reeds ik door die groene heuvels. En dat is typisch Australië. Iedere 100 kilometer kun je je zomaar in een hele andere wereld wanen.
Op één van m´n wandelingen ontmoette ik de eerste slang. Bijtijds werd ik gewaarschuwd door andere wandelaars want je zag ´m bijna niet. Even verderop liep ik een trapje op en daar zat zomaar midden op het pad een goanna, een soort kleine dinosaurus, maar voor mij groot genoeg om toch maar even de pas in te houden. Wat een beest! Gelukkig kon ik er nog net een foto van maken voor-ie in het bos verdween.
Vanaf Maleny weer verder naar de kust en nu ben ik aangekomen in Harvey Bay vlakbij Fraser Island waar ik deze week een dagtocht met een jeep ga maken. Rijden langs het strand, zwemmen in een ijsblauw meer, bbq als lunch, genieten dus!
Maar vandaag genoot ik ook, want wie ziet er nou als-ie aan het begin van de avond nog even in het bubbelbad op de camping zit, vleermuizen over z´n hoofd vliegen. Ik dus!
De bijzondere ervaringen houden maar niet op hier!
Fraser Island dus, Wat heb ik daar genoten zeg! De hele dag banjeren langs het strand met een jeep, door zandheuvels ploeteren met diezelfde jeep, zwemmen in een ijsblauw meer, lunchen midden in het bos met lizards om je heen, zwemmen in een poel genaamd Champagnepool, een geweldige ervaring!
Over die lizards trouwens: tijdens een wandeling had ik een ontmoeting met een ervan. Best een groot beest, had een beetje weg van een dinosaurus, maar dan in mini vorm. Tijdens diezelfde wandeling zag ik ook m´n eerste slang. Maar eigenlijk zijn ze banger voor jou dan jij voor hen, maar toch oppassen geblazen natuurlijk want in Holland word je hooguit gebeten door een mug. Echt bang ben ik niet geweest trouwens.
Onderweg kreeg ik een tip om ´s morgens heel vroeg een wandeling te maken in een Rainforest. En wat ik daar voor vogelgeluiden heb gehoord is echt onbeschrijflijk. Het hele bos ontwaakt en iedere vogel heeft zo z´n eigen geluid. Er is er zelfs een die de stem van een vrouw in nood kan nadoen. Die hoorde ik toen ik helemaal alleen bij een krater stond. Gelukkig wist ik dat het een vogel was….
Na Fraser Island door naar Bundaberg waar schildpadden en hun jonkies ´s avonds in groten getale het strand verlaten en de zee inlopen. Maar ik was te laat helaas, want het seizoen was al afgelopen, maar gelukkig heb ik verderop de schade ingehaald en heb meer dan genoeg schildpadden gezien, maar ook platypus. Ik had er nog nooit van gehoord maar het zijn heel koddige beestjes met de snavel van een eend, de poten van een otter en voor de rest zit-ie ook bijzonder in elkaar, legt eieren en is ook nog eens een zoogdier. ´A mistake from nature´ zoals een Australiër het noemde. Maar hoe ze zich voortbewegen is geweldig om te zien.
Ook weer veel interessante gesprekken met Australiërs gehad. Zij reizen vaak het hele jaar met de seizoenen mee en vinden het heel normaal dat je soms weken op 1 plek staat en, zodra het weer het toelaat, weer verder reist. Men heeft hier veel kennis van de natuur en het heelal. De sterrenhemel is hier natuurlijk heel anders dan die bij ons en ik vroeg aan een van de Australiërs wat er allemaal te zien was. En toen lieten ze me onder andere het Zuiderkruis zien, 1 van de symbolen van de Australische vlag. Voor ons niet te zien, maar hier zo duidelijk aanwezig. Zoals zoveel in het heelal hier: Orion, de Milkyway, echt prachtig!
En ook hier werd ik weer talloze malen uitgenodigd voor een borrel, een dart avond, een etentje of zomaar wat kletsen bij de camper.
Weer verder naar Airlie Beach, een tropische omgeving met witte stranden, azuurblauw water en veel koraalriffen. Met namen als Daydream Island, een prachtige locaties voor een huwelijksreis.
Ik heb daar een dagtocht met een boot gemaakt, maar toen we naar het mooiste eiland zouden varen, kreeg de boot motorpech en kreeg ik als bonus een dag extra varen. Helaas regende het de volgende dag en heb ik Whitehavenbeach niet in al z´n glorie kunnen zien helaas. Dus mengde ik me die middag tussen alle andere backpackers, waarvan de leeftijd niet hoger lag dan 25 jaar dus ik viel echt op bij de Mc Donalds. Waar je gratis kunt internetten, dus veel ijs gegeten daar…
Daarna naar het Rainforest, weer een heel andere omgeving. Waar de kleuren van de vogels nog intenser zijn en waar je tropische regenbuien kunt verwachten. Zo erg zelfs dat ik meerdere malen met de camper door een behoorlijke rivier van water moest rijden, maar gelukkig staan er paaltjes met daarop aangegeven hoe hoog het water staat dus ik kon er moeiteloos doorheen rijden. Wel spannend hoor, de eerste keer.
Hier in de tropen is het dus weer heel anders dan in de andere plekken waar ik was. Warm, vochtig, vlinders en bloemen in de meest onwerkelijke kleuren. Voor ik vertrok had ik de tip gekregen het Paronnellapark te bezoeken en dat was me toch de moeite waard!
Ooit glimwormen gezien, of paddenstoelen die oplichten in het donker?
En wie kent er nou het bestaan van planten die water verzamelen en door dat te drinken voorkom je dat je zeeziek wordt. Of een boom die vloeistof afgeeft waardoor je verlost wordt van vliegen en muggen ´s avonds.
En dan was het ook nog eens een geweldige inspirerende omgeving. Het park is aangelegd door een Spanjaard die er een prachtige romantische plek van heeft gemaakt en daarmee zijn droom werkelijkheid liet worden. Echt een aanrader!
Dit prachtige park ligt in het zgn. Tableland, wederom een lieflijke omgeving met kraters, groene valleien, die me een beetje doen denken aan de Ardennen, mooie vergezichten en veel watervallen.
Op een van die plekken ontmoette ik een Nederlands-Italiaans stel dat ook alles achter zich heeft gelaten en hij verdient z´n brood nu als Storyteller. Maakt video´s van de prachtige plekken die hij onderweg tegenkomt en maakt daar presentaties van, zodat mensen getriggerd worden die plekken te bezoeken. Zij wonen in Italië, ik ben daar uitgenodigd dus hoogstwaarschijnlijk wordt dat m´n volgende reisbestemming.
Maar eerst ga ik hier de komende 10 dagen nog genieten. En moed verzamelen om te gaan snorkelen of duiken. En helaas, helaas is dan deze reis voorbij.
Wat zal ik het missen allemaal, het klimaat, de altijd wachtende auto´s bij het zebrapad en die blijven wachten tot je helemaal overgestoken bent, de roadtrains, de altijd maar weer ´hello, how are you´ begroeting, de fish and chips, de geluiden van de vogels, kortom alles waar ik de afgelopen 3 maanden aan gehecht ben geraakt. En dit is zeker niet de laatste keer dat ik hier ben. Er is hier zoveel moois te zien dat je er wel 3 levens mee kunt vullen.
Als Australië een man was, dan was ik nu stapelverliefd! Alles klopt. En ik weet ook wel dat, als je verliefd bent je de wereld door een roze, in dit geval een zonnebril ziet, maar mensen wat een prachtig land is dit!
En zoals het met vakantieliefdes gaat, je gaat naar huis, je bekijkt de foto´s nog een keer en dat was het dan wel.
Maar deze verliefdheid is inmiddels een houden van geworden en ik ben zeker van plan terug te gaan.
De laatste paar dagen waren ook weer geweldig!
Zaterdag heb ik een 2 uur durende wandeling met een Aboriginal gemaakt en het is wonderbaarlijk wat deze inwoners van Australië allemaal van de natuur weten.
En voorbeeld: ik had behoorlijk lat van muggenbulten, vers exotisch bloed natuurlijk, en welke crème ik er ook opsmeerde, het bleef jeuken.
De Aboriginal gids keek ernaar, plukte een tak van een boom, haalde de bladeren eraf, goot er wat water overheen en wreef ze fijn. Daarna kwam er een soort olie vrij en dat smeerde hij op de plekken waar ik last van had. Binnen 5 minuten was de jeuk weg en bleef weg!
En zo kan ik nog wel 10 dingen opnoemen die door ons verholpen worden met een pilletje maar die, weliswaar in Australië, allemaal terug te vinden zijn in de natuur.
De volgende dag maakte ik een van de mooiste ervaringen van deze reis mee.
´s Morgens om 8 uur werd ik opgehaald om mee te gaan snorkelen. Ik was behoorlijk zenuwachtig want ik ben niet zo´n waterrat, maar iedereen had me op het hart gedrukt toch vooral te gaan, dus daar zat ik die ochtend op de rand van de boot met m´n flippers en m´n snorkel-set te bibberen.
Maar ik werd helemaal over m´n angst heen geholpen door een ervaringsdeskundige en binnen no time zwom ik daar alleen tussen de prachtig gekleurde vissen en een wellicht nog mooier gekleurd koraal. Wat een belevenis! Een aquarium is mooi, maar echt niet te vergelijken met wat ik toen allemaal heb gezien.
En toen waren de drie maanden voorbij. Helaas. Via mijn verhalen en de foto´s hebben jullie kunnen meegenieten hoop ik.